|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Scheiding van variabelen
Hallo, ik zit nogal te worstelen met de onderstaande vraag. In een ballenbak zitten 8 ballen, elk genummerd van 1 t/m 8. -Er zijn 2 deelnemers. -Je mag per keer 5 ballen uit de bak halen, -Na een bal te hebben gepakt leg je hem gelijk terug in de ballenbak. -Als je geen 2 pakt krijgt A 1 punt, anders krijgt B een punt. Hoe groot is volgens de theorie de kans dat A een spel wint? Ik dacht zelf aan het volgende. De kans dat je geen 2 pakt elke keer dat je in de bak graait, is 7/8. Dus omdat je 5 keer graait per “beurt”, doe je ‘7/8 x 7/8 x 7/8 x 7/8 x 7/8 = 0,513’. De kans per “beurt” dat je geen 2 pakt is dus 51,3%. De kans dat je wel een 2 pakt is dus 48,7%. Dus volgens mij wint speler A het spel, omdat hij 51,3% kans heeft om dat te doen. Maar goed, eerlijk gezegd vind ik , nu ik er zo over nadenk, het weer niet logisch klinken en het vreet me echt op. Ik hoop dat jullie me wat helderheid kunnen bieden! alvast bedankt, chris
Antwoord
Bijna goed, een denkfoutje. Speler A wint natuurlijk niet altijd. Hij heeft alleen 51,3% kans om te winnen en die kans is dus iets hoger dan dat B het spel gaat winnen. Beiden kunnen in principe winnen: A heeft daarop echter een iets grotere kans. Met vriendelijke groet JaDeX
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|